De Scillies

Op tijd uit de veren want vandaag is de grote dag, het doel van deze "kruistocht" ligt binnen bereik. De vissers zijn inderdaad zeer stil vertrokken, De eerste om 1:30 de tweede om 5:00, maar heel even wakker van de motor en weer verder knorren. Op schema 9:00 op stap, want om 10:15 moeten we het tij halen bij de Runnel rock. Bij deze ton heb je een pracht uitzicht op Lands end en Longships lighthouse. Met geen wind de oversteek naar de eilanden gemaakt, dus op de motor maar wel met tuig op, want de deining hier is flink. De stroom rafelingen voor de geul lijken goede jachtgronden voor korfhaaien, we zien er verscheidene wat loom rondjes draaien. In het verkeersscheidingsstelsel was weing verkeer, alleen een kleine dozenboot (containerschip). Ongeveer een uur voor de eilanden wacht ons een ontvangst commitee. Net toen Tine de lunch ging maken hoor ik gespetter naast de boot.
TINE DOLFIJN!!!!, Dat is onze geheime code om snel aan dek te komen.
We zaten metteen midden in een school acrobaten, en zoveel dat ze niet meer te tellen waren. In dit heldere water zie je ze onder je boot laveren op zoek naar een mooi plekje naast de boot. Wordt je daar verdrongen dan is het tijd om eens een mooi sprongetje te maken.
Onder de boeg waren er drie een sprintje aan het trekken, en wie er niet bij kon sprong naast de boot uit het water. Na een minuut of tien was het feest over, ze hadden vast nog een afspraak bij een een andere boot. Het zijn gewoon beesten, maar wat zijn ze leuk!
Na een zorgvuldige nadering direct de eilanden groep ingevaren en een mooring opgepakt in Hugh Town op het eiland St. Mary; dit is hoofdstad van de eilanden groep.
In tegenstelling tot de berichten, waren er ruim voldoende moorings en allen in diep water.
Je ligt hier goed op de wind maar er staat wel een flinke deining door de baai. In verhouding tot de andere boten liggen we vrij rustig, we denken dat dit door de vleugelkiel komt.
Onze nieuwe Yamaha heeft weer goed werk geleverd, en ons naar de kant gebracht. Het dingydok is hier zo'n beetje de verste uithoek van de baai, dat scheelt weer een flink eind roeien.
De eerste kennismaking met het eiland was wat rommelig. Hugh Town is een wat toeristisch plaatsje waar de ferry en de vliegtuigjes aankomen, vanaf hier worden de mensen per boot over de eilandjes verspreid. Dit in combinatie met," we zijn er, wat nu?" gaf een wat vreemde atmosfeer.
We zijn maar op een bankje op een heuvel gaan zitten uitkijken over de eilanden, en dan weet je weer waarom je zo ver van huis ben, het is hier prachtig!
Op de terugweg naar de boot spraken we Ieren die ons adviseerden wat extra lijnen op de mooring te leggen. Zij hadden al een doorgeschavielde lijn en de tweede was er bijna, goed opletten dus!

Na een halve nacht rommelig slapen van het rollen, de andere helft van de nacht lagen we beschut door laag water, om 10:00 op de kade om de boot (en dingy) naar Tresco te nemen. Ja, maar je hebt toch een boot? Inderdaad maar tussen deze stenen laten we ons liever varen. Een dagje de boot de boot laten.
Tussen de rotsen door en over de ondieptes naar de ferrysteiger is een mooi ritje. Na een wandelingetje van een kwartier, waarbij we de landingsbaan van Tresco moesten oversteken, komen we bij de ingang van de abdij-tuinen van Tresco. In de tuinierswereld zijn deze tuinen wereldberoemd door hun milde klimaat ten opzichte van hun noordelijke ligging. De abdij dateerd uit de 12e eeuw, maar de eigenaar die de expedities om planten van over de hele wereld vroeg, heeft het tot de huidige bekende plaats gemaakt.
De tuinen zijn inderdaad indrukwekkend, reusachtige hagen, tot wel 10 meter hoog, om de planten tegen de Atlantische stormen te beschermen, waaronder protheas, agapantussen, speldeskussens (close-up), palmen, fuchsias en al wat je maar bedenken kan een vaste plaats hebben. Het maakt dit eiland tot een groen paradijsje in de oceaan.
Wellicht wat luguber voor zeilers is de tentoonstelling van boegbeelden van schepen die vergaan zijn in deze wateren.
Smakelijk gegeten bij de enige pub die het eiland rijk is. Hierbij de tafel gedeelt met Iersezee zeilers. We kenden elkaars vaargebied geheel niet wat het tot een leerzaam gesprek maakte. Vervolgens over een voetpad langs de Atlantische kust gelopen. Dit is een woest, kaal en leeg gebied, maar belangrijk genoeg om er drie verdedigings werken op te bouwen. De laatste stamt uit de WWII.
Ondanks het nog vrij rustige weer sloegen er al flinke brekers op de kliffen in zee. Nadat we de kapen gerond hadden kwamen we weer in baaien waar het sub-tropisch aandeed, heldere lucht, glashelder groen blauw water aan spierwitte strandjes, net een Caribisch eiland.
De weg naar de pont liep langs het vakantie dorpje (ongeveer 50 huizen) en de oude haven.
In afwachting op de vloed, en daarmee de pont, een ijsje op het haven hoofd gegeten, het echte vakantie gevoel!
Na de terugtocht naar St. Mary lag de boot er nog braaf bij, alleen een van de drie boeglijnen was door geschuurd. Gezien de weersvoorspelling besloten er nog twee bij te zetten voor de nacht. In dit zelfde kader besloten maar op de ontwikkelingen vooruit te lopen, dwz. inpakken en morgen weg wezen. Tijdens het klaarmaken van het schip voor de terugtocht gekeken naar de gig-race tussen de eilanden, dit is de lokale roei wedstrijd. De finish was vlak naast de boot, tussen het havenhoofd, dat zwart zag van de mensen, en de reddingsboot. Voor de statistiek, de gele boot heeft gewonnen.
Toen alles, inclusief de bijboot, weer opgeruimd was, viel mijn oog op een doorgesleten mooringlijn van een buurboot. De bemanning van de Ethos, een andere buurboot, gevraagd even polshoogte te nemen, want het zag er naar uit dat de eigenaar niet aan boord was.
Deze actie was niet voor niets! De boot hing op de laatste stukjes vesels van de overgebleven lijn en de eigenaar was er inderdaad niet.

Door het gehobbel weer vroeg wakker. Uit de veren bleek het de na-hobbel te zijn, de wind was naar noord, maar de deining stond nog door, dit is eigelijk nog erger want de boot rolt.
Snel gegeten en samen met de Ethos, een Bavaria 38, de zee gekozen.
Ook zij waren het rollen beu, en zagen het weer komen.
De laatste weer check was 3 tot 4 met eerst nog 5 uit het NW. In de praktijk was het meer noord, alleen bij Lizard point werd het een poosje NW.
Met weemoed varen we bij de eilanden weg. De Scillies zijn prachtig en een bezoek meer dan waard. We hopen hier een volgende keer langer te kunnen blijven, zodat we ook de andere eilandjes en andere ankerplaatsen kunnen ontdekken. Zo moeten we nog naar Annet, om de Puffins (papagaai duikers) te zien. We hebben wel naar ze gezocht, maar die beesten zitten alleen op dat ene eiland en komen er niet vanaf.

Voor de liefhebbers twee zeer fraaie panorama fotos, let wel op ze vergen wat meer tijd voor de download:
Tresco, van oceaan links, het haventje, tot st Martins rechts.
De haven van Huge town, van de pier links tot moorings rechts.

De eerste mijlen waren in de luwte van de eilanden, dus konden we even wennen, gaande weg bouwde de oceaan iets op maar echt vervelend is het niet geworden, de stuurautomaat kon het makkelijk aan.
Bij Wolf rock leek het of de Ethos naar Penzance ging, even checken via de marifoon. Maar nee ze werden wat meer verzet.
Na Lizard point opgeloeft en het laatste stuk (8nm) zelfs recht in de wind dus weer kruizen. Na een uur of 10 zeilen (67mn) om 19:00 moe maar voldaan afgemeerd in Falmouth.
Binnen varen is iets van een kater als je om een grote beroepshaven vaart.
Maar de avond wandeling laat een ander gezicht van Falmouth zien.
Dit blijkt direct aan het eind van de steiger te beginnen met gezellige kroegen, eetgelegenheden en een winkel centrum, De keuze aan eetgelegenheden is zo ruim dat wij hebben afgesproken dat we hier nooit meer zullen koken. Afspreken doe je hier in de Chainlocker, de kroeg direct aan de haven, met terras van picknik banken aan de haven. Met lekker weer heerst hier 's-avonds een gezellige drukte.