1. Naar het Oosten

We zijn inmiddels bijna 2 weken na de laatste dag op kantoor en na een periode van flink klussen is alles klaar voor vertrek. D.w.z. je bent eigenlijk nooit klaar, maar we benaderen het doel, en wat nog ontbreekt, of vergeten is, kan later ook nog wel.
We hebben de proefvaart wat kort gehouden, een baantje naar de Afsluitdijk, zodat we wat eerder kunnen vertrekken. Op het moment is dat wellicht niet de beste optie geweest, later in de week komt er goed weer aan, maar nu is het nog even af zien: onweer en hagel in de voorspelling.

Het is gelukt, we hebben ons weten los te maken van de vaste wal. Na een laatste rondje afscheid van de buren los gegooid en richting de sluis gevaren.
We hadden nog een verstekeling aan boord die mee wilde tot aan de sluis, maar daarna werd het serieus op stap.
De wind was vriendelijk, mooi om weer even te wennen, want slechts één rondje voor vertrek is toch een wat matige training. Op een hagelbuitje na was het prima varen met 3 a 4 Bft, wel kruisen, maar dat is met deze temperatuur aangenaam, je zit dan achter de buiskap uit de koude wind en in het warme zonnetje.
Nog een voordeel van de temperatuur is dat het lekker stil is op het water; zo schutten we naar het zout met maar twee schepen in de sluis, en de haven van Harlingen was half gevuld.
We konden zo een mooi stekje uitzoeken. Het was geen lange tocht, maar een mooi begin van de trip.

Het avond-eten was een geslaagd uitprobeersel: de toko onder de verkeerspost.
De havenmeester was al enthousiast te we naar zijn ervaring vroegen, en terecht!
Daarna hebben we nog even het gas nagetrokken, want er hing een naar luchtje;
Hebben we nieuwe gasslangen, kregen er een lekje bij cadeau.
——

Op koningsdag werden we in de morgen verrast door een muziekje van de plaatselijke blaaskapel. Ze stonden op
het dak van het stadhuis, heel leuk!

Maar time and tide waits for no one, dus als plan om 09:00 door de brug en rechtsaf het Kimstergat ingevaren. We hoopte op een snelle passage naar Lauwersoog, maar dat bleek helaas niet haalbaar. Er stond genoeg wind, maar onvoldoende tijd om over de wantijen na Ameland te komen.
We meerde nu in de middag af bij Nes, in de industrie haven van Ameland. Tja, zelf op Koningsdag wordt hier hard gewerkt.
Nog een rondje dorp gedaan, maar het weer bekoelde het feest hier.
In de avond rust genomen o.a. om de storing te laten passeren. We waren wat in de mineur door de weersverwachting voor de komende week, maar bewust dat het voor meer dan 5 dagen vooruit gold, en daarmee de voorspelling nog onzeker is.
——

Als we weer wakker worden is het een mooie dag, en de lange termijn voorspelling is veranderd naar gunstig. Na een gezellige babbel met de havenmeesteres snel weg en tempo houden om de achterstand van gisteren goed te maken. Tja, we zijn nog niet los van het westen, komt nog wel.
Deze reis liep volgens plan, een uur voor hoogwater waren Lauwersoog al voorbij, en zo haalde we in een dag Borkum.
Onderweg mooie luchten en stil op het water. Alleen de Eems oversteek was wat hobbelig, maar dat krijg je daar bij stroom tegen wind.
In de haven trakteert Tine op een heerlijk potje droog-voer: aardappelpuree met uien die een retourtje hebben gemaakt. (vorig jaar zomer in Duitsland gekocht) Nog één dagje door duwen, voor we gaan ont-stressen op Norderney.
——

Een mooie zonnige morgen in de iet wat aftandse haven van
Borkum.
Roestige palen met daartussen mottige steigers, die slingerend en piepend op het water deinen.
Eigelijk is het niks, maar wel een prima tussenstop.
Op een luxe tijd (11:30) de haven uit het Borkumer-watt-fahrwasser genomen.
Na een uurtje motoren over de zandbanken, rechts-af het ruime water op en lekker zeilen.
Een mooi rakje dat ons probleemloos naar het Busetief bij Norderney brengt.
Daar was het weer een flinke stuiterbak, na veel noord en noordwesten winden kan de zee hier flink oplopen.
We hadden nog geluk dat we op de kentering van hoog-water er over gingen, anders had de stroom er nog geen schepje bovenop gedaan.
Om 15:00 afgemeerd in onze box, ook hier is het nog relatief leeg en dat terwijl het een lang weekend is vanwege 1 mei.
In de kuip genoten van de zon, nu nog een paar graden extra en het begint ergens op te lijken.
——

Op Norderney gaan we een weekje ontstressen.
Het weer geeft weinig ruimte om te varen, en wij moeten even wennen aan het nieuwe bestaan.
We vullen onze dagen met wandelen, kletsen, ijs eten bij Florian en retourtjes naar de Netto.
Zo hebben we de S5 wandeling gemaakt, bij ons bekent als 'the three peaks', en de S6, een retourtje vliegveld,
Weisse Düne. Het wandelen gaat hier over luxe paden die je moet delen met de fietsers, gelukkig is het nog stil en rijden hier geen pelotons zoals tussen Scheveningen en Wassenaar. De uitzichtpunten zijn bijzonder mooi van opzet maar weinig natuurlijk. De paden naar de top zijn houten stellingen die op palen boven de grond zweven, mooi voor rolstoelen, maar wat te aangeharkt voor die-hard wandelaars. Wel leuk kan het worden als je er met een karretje vanaf rijdt... Zie het als een zomers rodel-baanje.
Na het lange weekend van 1 mei daalt er een rust over de haven, met 4 passanten.
Wij maken kennis met Ida en Bart, zij zijn onderweg naar Talin. Heel gezellig verhalen en ervaringen uitgewisseld.
Op het moment verwarmen ze hun boot alleen elektrisch, maar dat loopt met 20 minuten per 50c munt wat uit de hand.
Mocht het verblijf op Norderney te lang worden, dan heeft de lokale boekhandel een boekje over de 101 plaatsen die je moet bezoeken op het eiland.
——

Maar zover kwam het niet komen, vrijdag zwakte de oostenwind af en gingen we op het late tij weer op stap.
Gezien het tijdstip een kort hopje naar Langeoog, en de volgende dag op het vroege tij verder naar de oost punt van Wangerooge.
Helaas nog steeds tegen de oosten wind in op de motor, maar we bewogen weer. Leer-momentje was dat de doorbraak tussen twee geulen bij Harlesiel een feit is; Het staat nog niet op de kaart, maar als je (door de berm) van
rood naar groen oversteekt kom je nergens onder de 5 meter diepte.
Saillant detail: na de oversteek naar de groene geul uit Harlesiel liep de diepte terug naar krap 3 meter.
Zo kwamen we op tijd bij de droogval plek, wellicht een van de mooiste van het Duitse wad.
Het is een mooie beschutte wacht plek voor de noorden wind. We hebben even een rondje om de boot gelopen en ons verbaast over de
hoeveelheid boten die hier in het weekend komen droogvallen. Metname bij het ankeren is het even woekeren met ruimte.
——

Toen de volgende dag het water weer terug was volgde een prachtige tocht over zee naar Cuxhaven. We waren wat vroeger vertrokken dan goed was voor het tij op de Elbe, maar de zon en en zee trokken.
We begonnen met een halvewinds rak, een drietje uit het noordwesten en konden zo lekker door lopen,
zelfs tegenstrooms de Elbe op ging mooi. Door goed op de stroomrrafelingen te letten konden we de ergste tegenstroom duiken. Onderweg zijn we Erick voorbij gezeild, en hebben een
mooie foto gemaakt. Achterons zagen we hem de Elbe oversteken en aan de horizon verdwijnen. 5 mijl voor Cuxhaven kregen we meer dan 3 kn tegen en de zee stond op zijn kop doordat de wind was toegenomen tot 5 bft. Daarom besloten de andere kant van de geul te proberen, en wellicht in een keer door te varen naar naar Brunsbuttel.
Stroomtechnisch ging het beter, maar.....
We haalde de kleuren codes van de plotters door elkaar, en kwamen zo ongewild op heel ondiep water in een fuik. Gelukkig hebben we een Ovni en reageerden we snel. Zodoende toch maar besloten het voor gezien te houden en Cuxhaven aan te lopen.
——

Volgende dag op het juiste moment weg richting Brunsbuttel met NO 5/6, een werd het wilde aandewindse tocht, met soms meer dan 9kn over de grond stuiterden we voort. Een paar mijl voor Brunsbüttel wisselden we van oever en vlakte het uit.
In de sluis een tip gehad van een solo-zeiler voor het afmeren aan ringen:
Haal de lus van je landvast door de ring en leg deze op de klamp aanboord.
Dat bespaart hele einden landvast doorhalen; bij wegvaren lus van de klamp en je bent weer vrij.

Na de sluis passage, voort op de motor het NOZ-Kanaal in.
We hadden gelezen dar er voor de sluis in het Giselaukanaal steigers zijn waar je mag overnachten.
Dit hebben we eens uitgeprobeerd, en met succes!
Het sluisje ligt 500m van het Kielerkanaal af in een smal watertje; je draait de hoek om en je vaart een
oase van rust in.
Aan het eind van de avond lagen er 5 boten (ruimte voor ruim dertig) waaronder Erick.
Hij vertelde de vorige nacht achter de banken in de Elbe te hebben overnacht, maar dat dat niet zo geslaagd was met 5 Bft..
Best een stoere zeiler, solo-zeilen met een Tjalk.
——

De laatste dag op het Kielerkanaal.
Na een lekkere nacht uitgerust om 9:15 richting Rendsburg.
We wilde er tanken en een tripje met de
zwevende pont maken.
Afijn, de pont is buiten gebruik, jammer, nu zijn er nog maar 2 in de wereld.....
En de diesel werd pas na 16:30 geserveerd, dwz de havenmeester is er overdags niet.
Na een rondje wandelen in stad besloten onze reserve jerrycans in te zetten en door te varen naar Kiel.

Net als aan de Noordzee-zijde waren ook in Holtenau een aantal sluizen buiten gebruik. Hier werden we geschut in de
grote sluis met 2 coasters, de sluis is zo groot, dat zelfs die coasters er klein uit zagen. Gelukkig duurde het oponthoud niet te lang, en als zoet-makertje voor het ongemak hoefde we geen sluisgeld te betalen, yeah!
Daarna rechtsuit naar de oude Olympia haven bij Kiel waar we een box gevonden hebben. Het was inmiddels 19:30, genoeg gevaren, dus die tankstop komt morgen wel weer.